Dammen wordt dikwijls als het minderwaardige broertje van het schaken omschreven omdat dammen makkelijker zou zijn. 

Is dit terecht ?

 

Wat maakt een spel of sport moeilijk ?

  • De spelregels die uitgebreider of ingewikkelder zijn ?
  • Het aantal velden en het aantal stukken ? meer stukken en velden leiden tot de volgende vraag.
  • Het aantal mogelijkheden om te zetten ? – meer keuzevrijheid en dus meer kans om fouten te maken.
  • Hoe ‘diep’ je kunt nadenken over de zetten ?

 

Hoe een spel eruit ziet of hoe ingewikkeld de spelregels ook zijn, dit bepaalt de moeilijkheid van een spel niet.

Zou snooker moeilijker zijn dan 3 banden ?  of zwemmen moeilijker dan fietsen ?

Ook het spel of de sport bepaalt niet of die moeilijk is, het is dus een 'valse', enigszins onnozele, vraag.

 

Gelijk welk spel (of sport) is moeilijker naargelang de sterkte van de tegenstander(s).

Moet je spelen tegen een beginner of moet je spelen tegen de wereldkampioen, dàt is de vraag.

Schaken is makkelijk als je tegen een beginner speelt (en er zelf wat van kent), 
dammen is moeilijk als je tegen de wereldkampioen moet spelen.
En omgekeerd.

 

Het is wel zeker dat voor een deel andere kwaliteiten nodig zijn om uit te blinken in het dammen.

Dit komt door de spelregels die verschillen met die van het schaken.

De belangrijkste andere spelregel is :

in het dammen MOET je slaan als je kunt slaan, je moet trouwens ook het hoogste aantal stukken slaan.

Dit wil ook zeggen dat je in één zet meerdere stukken kunt slaan. 
In het schaakspel is dit niet mogelijk : daar mag je slechts 1 stuk slaan per zet.

Hierdoor zijn in het dammen combinaties mogelijk : je geeft schijven om er meer voor terug te krijgen (of ander voordeel te behalen, vb. een dam halen).

Combinaties kunnen vb. 15 zetten diep zijn (zie verder).

Dit vraagt enorm veel van je voorstellingsvermogen.

Al die schijven die verplaatsen en verdwijnen, je moet het maar kunnen volgen.

 

Als je voorstellingsvermogen oké is, begin dan zeker met dammen, bij het schaken heb je dat minder nodig !

 

 

Meer gedachten over dammen en schaken

kan je vinden op https://historyofdraughts.blogspot.com/2016/09/draughts-is-more-difficult-than-chess.html 

 

De voordelen van dammen ten opzichte van schaken worden uitgelegd op checkers TV :

https://www.youtube.com/watch?v=hysLTYxA2gk 

In het kort komt het hierop neer :

  1. De spelregels zijn vrij eenvoudig : dit maakt dat je sneller komt tot hetgeen waarrond het draait :
    - kijken (waar staan alle stukken ? beoordelen van de stelling)
    - denken (tactisch en strategisch) en tot een beslissing komen (welke zet je zal spelen)
    - zetten
  2. Het dammen vraagt meer van je voorstellingsvermogen dan andere denksporten.
    Dit komt omdat je veel dieper (meer zetten) vooruit kunt denken in dammen en dat is omdat je in het dammen verplicht moet slaan waardoor diepe(re) combinaties mogelijk zijn.
  3. Je vindt gemakkelijker medespelers : er zijn meer (huis)dammers dan andere denksporters.
  4. Je hebt meer kans om uit te blinken : er zijn minder clubdammers dan vb. clubschakers. Dat je een clubdammer bent, wat dus vrij uitzonderlijk is, kan interessant zijn bij sollicitaties : er zullen vragen over gesteld worden.
  5. Doordat je meer kans hebt om uit te blinken, krijg je ook sneller de gelegenheid om deel te nemen aan buitenlandse tornooien en kampioenschappen. Dergelijke reizen zijn op zich interessant : je leert andere culturen en ‘nieuwe’ mensen kennen.

 

Dat dammen door veel journalisten niet als dusdanig (h)erkend wordt, zien we in verschillende persartikels.  

Eén van de vele voorbeelden vind je op https://www.hetnieuwsvanwestvlaanderen.be/schaakgrootmeesters-uit-rusland-en-wit-rusland-niet-welkom-op-ek-dammen-in-kortrijk/ 

Bert Smeenk heeft hierop in 2022 (6 oktober) laconiek gereageerd met : "Het is niet gebruikelijk dat schaakgrootmeesters aan damtoernooien meedoen. Ivantsjoek is bij mijn weten de enige uitzondering."

https://nl.wikipedia.org/wiki/Vasyl_Ivantsjoek 

Tot vandaag 1 juni 2023 is nog niets gewijzigd aan het artikel !

 

De zwarte dam (links) heeft 3 schijven aangevallen. De witspeler heeft gereageerd door zelfs 4 schijven aan te bieden door 28-23.  

De zwarte dam MOET 4 schijven slaan (meerslagregel). 

De schijven mogen pas na het uitvoeren van de slag verwijderd worden èn je mag niet 2 keer over hetzelfde stuk slaan.

de ene overgebleven witte schijf slaat alle stukken van het bord !

Deze slagzet noemen we de Turkse slag of juister : de Coup Turc.

 

Hieronder krijgen we zowel inzicht in de spelregels als in de combinatiemogelijkheden.

Wit speelt en wint !

Wit geeft, op één na, al zijn schijven weg en wint.

Kan je je voorstellen dat we vanuit de beginstand onvermijdelijk uitkomen op deze eindstand ?

De beginstand : 9 tegen 9.

De eindstand : oppositie met zwart aan zet.

De beginstand met wit aan zet.

Wit speelt 27-21

Zwart moet slaan : 26*17.  

Ja, ook achteruit moet je slaan.

Wit geeft zwart een dam door 47-41.

Zwart moet slaan 36*47 en krijgt een dam.

Een dam krijg je als je schijf bij een zet eindigt op de damrij, dat is de verste rij op het dambord van jouw kant bekeken.

Wit speelt 39-34.

Zwart moet met zijn dam 47*29*40*49 slaan.  Meerslag gaat voor : je moet het hoogste aantal stukken slaan.

Je mag de schijven die je slaat pas wegnemen nadat je de slag hebt uitgevoerd.
Ook mag je niet twee keer over eenzelfde stuk slaan.

Wit speelt 30-24 waardoor een nieuwe meerslag ontstaat.

Zwart moet meerslag nemen : 49*32*19*30

Wit slaat maar liefst 8 stukken (achtklapper).

Zwart moet 3-8 of 3-9 spelen en dus zijn laatste schijf afgeven.

 

Door een combinatie van 5 zetten heeft wit gewonnen.

Dammers noteren hun zetten met behulp van cijfers die gekoppeld zijn aan velden op het bord.

Het systeem werkt als het lezen van een tekst : je begint linksboven en 'leest' naar rechts.  Op het eind ga je naar de volgende lijn en je leest weer van links naar rechts.

Bemerk : onder 1 vind je achtereenvolgens 11, 21, 31, 41.

Dus telkens 10 erbij.  Dit is ook zo voor de andere cijfers.

Dat maakt het wat makkelijker om de cijfers te 'vinden'.

Wit start de partij altijd op de hoge cijfers : schijven op 31 tot 50.

HOE DAMMEN DE PASSIE VAN EX-WERELDKAMPIOEN ISAR KOEPERMAN WERD !

Oud-wereldkampioen Isar Koeperman was aanvankelijk een schaker.

Door een stom (?) toeval - tijdens een schaaktornooi waaraan hij deelnam -
zat hij verkeerdelijk op een damtraining maar dat wist hij toen nog niet.


De leraar kwam binnen en begon – tot zijn teleurstelling - schijven op het demonstratiebord te plaatsen. 

Isar wou ongemerkt weggaan maar een jongen zei dreigend : “Pas op dat u de les niet stoort!”.

Na enig nietsdoen begon Isar naar het bord te kijken.  De damleider toonde een damcombinatie. 

Koeperman : “Nooit van tevoren had ik zo genoten. 
Alle van  buiten geleerde schaakvarianten zou ik willen prijsgeven om zelf in een partij iets dergelijks te doen.

 

Ik herinner mij dat ik bijzonder getroffen werd door een combinatie waarbij wit, met het oog op een overwinning, van zijn 8 schijven er 7 weggaf.

Ik was verbluft ! Ik verloor alle lust om het schaaktoernooi voort te zetten.

Schijven ! Dàt was het wat zich van mijn geest meester maakte.”

 

De schoonheid van damcombinaties wekt zelfs bij ervaren amateurs bewondering op.

Met behulp van combinaties kan men op het dambord onwaarschijnlijk koene en fantastische ideeën verwezenlijken.

 

We laten Isar Koeperman verder aan het woord :

 

Kan men zich, zelfs met een zeer koene fantasie, voorstellen dat over de vreedzame stelling hiernaast een tyfoon gaat woeden, die 25(!) schijven van het bord wegveegt in 15 zetten ?


Dit gebeurt inderdaad en brengt wit de overwinning, dank zij een opsluiting.

 

 

Volg je even mee ?

Pak eventueel je dambord erbij.

Wit offert een schijf.

Wit offert nog 2 schijven.

zwart moet 2 schijven slaan.

Wit offert nog een schijf.

Zwart moet achteruit slaan.

Wit slaat 3 schijven en krijgt een dam.

Voor een billijke prijs (4-3=1 schijf) lukt het wit om tot dam door te breken.

Men kreeg de indruk dat zijn winst veilig was, temeer omdat hij de verloren schijf terugwint.

Maar zwart zag deze combinatie en bedacht een mooie en onverwachte weerlegging.

Als antwoord
offert hij 9 schijven !

De witte dam moet slaan.

Zwart offert nog 3 schijven.

Wit moet 3 schijven slaan.

Zwart offert nog een schijf.

De witte dam moet slaan.

Zwart offert nog eens 3 schijven om de witte dam op de juiste plaats te krijgen.

De witte dam slaat 3 schijven.

Nu pas is duidelijk wat het plan van zwart was.  Hij offert nog een schijf om zelf een dam te maken.

De witte dam moet slaan.

Zwart slaat er 3 en verkrijgt dam.

Zwart meent dat hij nu de triomfator is. 7 witte schijven op de diagonaal 16-49 zijn opgesloten. Zij zullen alle te gronde gaan bij een poging om te vluchten uit de dodelijke zone.

Maar wit voorzag beide vooraf-gaande combinaties. Hij rekende er zelfs op, omdat dit de weg was naar de triomf van een gigantisch combinatorisch idee.

Nu volgt een vooruit berekende derde en slotcombinatie die deze onvergetelijke stelling bekroont.  Wit offert een schijf.

Wit offert nog een schijf.

De zwarte dam moet slaan.

Wit offert 2 schijven om de zwarte dam in het hoekje te krijgen.

De zwarte dam moet 2 schijven slaan.

Wit offert nog een schijf.

Zwart moet slaan.

Wit kruipt tussen.

Zwart heeft maar 1 mogelijke zet.

Wit slaat de schijf.

De zwarte dam is opgesloten en kan niet zetten.

Wie niet kan zetten verliest de partij.

Een zwaar bevochten zege !